#2 Groep 3: over motivatie en automatiseren
Vorige week publiceerden wij een blog met een aantal adviezen over de uitdagingen van de leerkracht van groep drie. Deze week het vervolg over motivatie en automatiseren.
Want: een kind dat wel kan lezen, maar niet tot werken komt. Een kind dat iedere uitdaging maar ‘saai’ vindt. Een kind dat al door alle stof heen is: en nu? Kortom, groep 3 is voor hoogbegaafde leerlingen – en hun leerkracht – een echte uitdaging!
door David Leinwand recte Rein
Advies 3: De juiste motivatie
Alicia heeft vooral een motivatieprobleem (de casussen staan hier). Ik stel allerlei handelingsplannen op, waarbij ik eerst steeds het niveau omlaag breng om aan te sluiten bij haar niveau. Echter: als Alicia het nut er niet van inziet, is ze niet ‘aan’ te krijgen. Daarom begin ik eens aan de andere kant. Ik zoek uit waar haar interesse ligt. Laten we zeggen: datgene waar je haar ’s morgens voor wakker mag maken. Het is van belang dat Alicia beseft dat lezen ‘handig’ is om in je eigen cognitieve behoeften te voorzien. Zo blijkt Alicia graag alles te willen weten over het oude Egypte.
Kinderen met een cognitieve voorsprong zien vaak doelen die andere kinderen niet zien. Dat zijn vaak doelen die ver weg liggen in de tijd. Doelen die je niet morgen behaalt, maar waar je best weleens langere tijd aan moet werken om ze te realiseren. Dat betekent in de praktijk dat het kind zeer gericht in beweging komt als het daarmee zijn doel kan bereiken.
Het kan ook betekenen dat het kind stil blijft staan als het doel niet helder is. Vaak zijn doelen die een kind stelt voor één werkperiode goed te overzien. Zodra je er langer dan een aantal weken aan moet werken, worden de handelingen abstracter en dus moeilijker te zien. Met andere woorden: als het kind zichzelf een doel stelt dat zo groot is dat het heel ver weg komt te liggen, kan het zijn dat het kind de weg ernaartoe niet goed kan overzien. Vanwege dat gebrek aan inzicht zal het kind niet starten met wat nodig is om het doel te behalen.
Wanneer de leerkracht de grote stappen in stukjes opdeelt, is de weg naar het doel beter te overzien. Daarnaast krijgt het kind met deze tussendoelen vaker kans op een succes, en dus meer momenten om dit te vieren. Dat werkt motiverend.
In beweging
Een manier om het kind in beweging te krijgen, is met behulp van ‘matchen en stretchen’. Matchen door aan te sluiten bij wat het kind leuk vindt, en vervolgens stretchen door vaardigheden te trainen die het nog niet beheerst. Als begeleider spring je hierop in door materiaal aan te bieden over het gewenste onderwerp.

Ik laat Alicia alles verzamelen wat zij al weet over het oude Egypte. Daarna gaan we samen op zoek naar onderwerpen waarover ze meer wil weten. Heel voorzichtig schuif ik wat boekjes naar voren waarin antwoorden staan op haar vragen. Nu begint Alicia het doel van het lezen langzaam in te zien. De ontwikkeling van Alicia springt in een paar maanden vooruit van ‘geen AVI’ naar AVI M5. Ze komt sindsdien gewoonweg tijd tekort doordat ze alles leest wat los en vast zit.
Advies 4: Automatiseren
Een schrijfschrift vol vlekken en vouwen en hele dikke letters. Dit is het schrift van Victor. Hoe komt dit? Eerst een stuk neurologie om dit uit te leggen. Hiervoor delen we het brein zeer schematisch op in het zoogdierenbrein en het mensenbrein. Het oudste brein, het reptielenbrein, blijft voor nu buiten beschouwing.
Veel hoogbegaafde kinderen analyseren letterlijk alle handelingen. Analyseren doen wij met ons mensenbrein, dat we daarmee meteen extra activeren. Daardoor stimuleren wij ons zoogdierenbrein – waar de geautomatiseerde processen plaatsvinden – echter onvoldoende. Dit is vaak al te zien bij het leren fietsen of lopen. Een kind dat deze handeling pas gaat uitvoeren als het zeker weet dat hij dit kan zonder te vallen, heeft voortdurend gekeken en nagedacht over de handeling. Daar waar andere kinderen leren door oefenen en handelen (vallen en opstaan) en daarmee veelvuldig het zoogdierenbrein activeren, is het hoogbegaafde kind bij een taak als leren lopen of fietsen dit zoogdierenbrein juist eerder aan het ontzien.
Aangekomen in groep 3 leert het kind schrijven. Normaal gesproken is de motorische beweging van het schrijven van een letter een geautomatiseerde beweging die komt vanuit het zoogdierenbrein. Daar denk je na veel oefenen niet meer over na. Dat biedt ruimte voor andere denkprocessen die plaatsvinden in het mensenbrein. In het mensenbrein kun je namelijk maar één proces tegelijk aansturen. Dus zodra Victor aan iets anders denkt dan aan het schrijven, zal hij stoppen met schrijven. Want hij stuurt het schrijven voornamelijk aan via het mensenbrein. Het kost Victor daarom te veel energie om de letters te vormen en het duurt ook erg lang, omdat hij over elke streep nadenkt. Om dit op te lossen, is het van belang dat Victor tegelijkertijd zijn mensenbrein en zijn zoogdierenbrein gaat stimuleren. Dit kan door hem allerlei handelingen simultaan te laten uitvoeren, bijvoorbeeld zingen én lopen. Het kind móét dan wel één proces, het lopen, delegeren naar het zoogdierenbrein, zodat hij kan nadenken over het zingen. Op dat moment worden zowel zoogdierenbrein als mensenbrein geactiveerd en daarmee gestimuleerd.
Bij Victor is het neurologische (schrijf)probleem niet van de ene op de andere dag opgelost. Echter, met gerichte dagelijkse oefeningen maakt hij goede progressie. En tijdens het leren automatiseren van zijn schrijfoefeningen voeren we ook nog eens een goed analytisch gesprek!
Oefeningen waarbij het zoogdieren- en het
mensenbrein tegelijk aan het werk worden gezet
- Overgooien met de vriendjes-van-tien :
Twee getallen die samen tien vormen. Het kind richt zijn aandacht op het overgooien van een bal (mensenbrein), terwijl het de vriendjes-van-tien – telkens twee getallen die opgeteld tien vormen – reproduceert (zoogdierenbrein). - Schrijvend vertellen
In tweetallen: een kind vertelt de ander over zijn dag of hobby (mensenbrein), terwijl het de letter van de dag herhaaldelijk opschrijft (zoogdierenbrein). - Maat en ritme
De kinderen stappen de maat door de klas (zoogdierenbrein) en klappen tegelijkertijd ‘het ritme’ met de handen (mensenbrein).
Volgende week gaan wij in op frustratie, versnellen en overtuigingen
David geeft volgend schooljaar weer een kenniscollege over groep drie, een echte uitdaging.