Het belang van communicatie in talentonderwijs
Wanneer communiceren niet lukt, is de oplossing bijna altijd meer en beter
communiceren, ook al is de neiging om minder te gaan communiceren. Wanneer je
goed communiceert met alle partijen en hierin open en eerlijk bent, kan het bijna niet mis gaan. Communicatie moet je doen met alle partijen die betrokken zijn bij het proces van leerlingbegeleiding. In onderstaand overzicht wordt uitgegaan van een
begaafdheidscommissie. Communicatie is bij voorkeur tweerichtingsverkeer.
Enerzijds breng je mensen op de hoogte van wat je doet, hoe je het doet en waarom.
Anderzijds probeer je te luisteren naar de zorgen en vragen die er leven en probeer
je die zo goed mogelijk een plek te geven.
Op het moment dat een leerling gesignaleerd wordt als hoogbegaafd, wordt hier in
eerste instantie voorzichtig mee omgesprongen, om geen valse verwachtingen te
scheppen. Met zo neutraal mogelijke bewoordingen worden er vervolgtesten
uitgevoerd, waarna een (tijdelijke) conclusie met de leerling en ouders besproken
wordt. De verdere intensieve begeleiding vindt meestal plaats in de plusklas,
waardoor dit door de plusklas begeleider (die een plaats heeft in de commissie) kan worden uitgevoerd.
Wanneer een leerling geplaatst wordt in een verrijkingsprogramma, willen ouders
vaak graag extra informatie. Het is van daaruit aan te bevelen om minimaal eenmaal
per jaar, aan het begin van het schooljaar, een ouderavond te houden waarin je de
hoofdlijnen van het doel en beleid uiteenzet en inhoudelijk ingaat op wat de keuzes
ten aanzien van verrijking zijn. Daarnaast is het aan te raden om een eventuele
aanvullende informatieavond te (laten) organiseren waarin de ouders advies krijgen
wat ze met hun (hoog)begaafde kind in de thuissfeer kunnen doen. Er rijzen vaak
veel vragen bij ouders na de diagnose. Hoe meer de ouders bij het proces betrokken
worden, hoe beter de kinderen in de praktijk te begeleiden zijn.