Hiaten voorkomen, opsporen en oplossen
Bij hiaten zijn er drie dingen van belang. Voorkomen, opsporen en oplossen.
Bij het voorkomen zie je al in de eerste klas dat leerlingen met
hiaten van de basisschool afkomen. Als voorbeeld uit de praktijk waren
er leerlingen in de brugklas, die moeite hadden met grammatica. Ze
hadden altijd wel een tien voor dictee maar toch hadden ze een
achterstand. Nu bleek de juf van de basisschool te hebben gezegd dat als
je een hoog cijfer wilt halen voor dictee, je moet begrijpen hoe je
werkwoorden vervoegt en wat de functie van de woorden zijn in de zin. De
kinderen die echter al een tien haalden voor dictee, puur op
taalgevoel, letten niet meer op bij de uitleg want ze haalden al een
tien.
Deze kinderen lopen natuurlijk flink vast als ze te horen krijgen dat ze
in het Frans een lijdend voorwerp op een bepaalde manier moeten
vervoegen als zij al niet eens weten wat een lijdend voorwerp precies
is. Onvoldoendes moet je derhalve ook niet zo laten, maar daar moet je
als docent mee aan de slag.
Bij het opsporen kan je diagnostische toetsen gebruiken, maar ook zoals
aangegeven een proefwerk beginnen met vragen uit de voorgaande
hoofdstukken. Als een leerling een onvoldoende heeft en als docent merk
je op dat die vragen uit de voorgaande hoofdstukken fout zijn
beantwoord, dan kan je dit terugkoppelen naar de leerling en zo vroeg
bij een hiaat zijn. Als oplossing kan je hier vervolgens zelf aandacht
aan geven door de stof nog eens door te nemen als het rustig is in de
klas, of je zorgt dat de leerling bijles neemt. Hierbij is het
belangrijk de leerling een verwijsbriefje mee te geven. De leerling zal
immers sneller kijken naar dat hoofdstuk waar hij een onvoldoende voor
heeft gehaald, terwijl jij als docent aan kan geven in het briefje wat
de onderdelen zijn die de leerling niet goed beheerst. Zo kan je veel
gerichter werken aan de hiaten.