Kinderen zijn gebaat bij een diagnose waarin ze zich herkennen
Jolanda Klomp volgt de opleiding tot zelfstandig talentbegeleider. Ze zit in haar eerste jaar (van de twee jaar) en blogt voor deze site over wat ze meemaakt tijdens de opleiding.
“Met een hoog IQ ben je nog niet hoogbegaafd”, is een van de stellingen die orthopedagoge Barbara van der Waarde van het Centrum voor Creatief Leren (CCL) onze lesgroep voorlegt. Samen met haar collega en psychologe Susan Dirks laat ze ons verschillende uitspraken over hoogbegaafdheid verdedigen of ontkrachten. Tijdens dit debat wordt duidelijk dat er allerlei interpretaties zijn over hoogbegaafdheid. De verwarring hierover leidt soms tot grote consequenties voor de persoon in kwestie. Erkende hoogbegaafden hebben de kans dat er gekeken wordt hoe ze het beste tot hun recht kunnen komen. Niet-erkende hoogbegaafden lopen het risico te verworden tot probleemgevallen. Bij het CCL hebben ze er vaak mee te maken; ellendige situaties met hoogbegaafde kinderen waarvan het gedrag verkeerd geïnterpreteerd is. Het is niet alleen het welzijn van het kind dat in het geding is, ook het gezin en de school staan onder druk.
We bespreken tijdens de les verschillende stoornissen. De gedragskenmerken van ADHD/ADD, autisme, OCD en ODD vind ik niet makkelijk te onderscheiden van kenmerken die ook bij hoogbegaafdheid voorkomen. In alle gevallen kan er sprake zijn van concentratieproblemen, explosief- of dwangmatig gedrag, onoplettendheid en hyperactiviteit. Het blijkt dat psychologen en orthopedagogen dit gedrag ook niet altijd verbinden aan onbegrepen hoogbegaafdheid. Er wordt eerder aan een stoornis gedacht met een misdiagnose als gevolg. Begeleiders krijgen hier ongetwijfeld mee te maken; medicijnslikkende probleemkinderen met een verkeerde diagnose. De vraag is hoe je dit gaat bespreken met het kind, de ouders en soms ook met de leerkracht. Wat als de diagnose van de orthopedagoog voor hen zwaarder weegt dan jouw kennis en kunde? Kun je je verplaatsen in die opvatting om van daaruit je eigen argumenten bespreekbaar te maken? Kinderen zijn het meest gebaat bij een diagnose waarin ze zich herkennen. Dat maakt het zo belangrijk dat wij als begeleiders kunnen uitleggen waarom we aan hoogbegaafdheid denken. Vandaar die stellingen. We verdedigen overigens niet onze eigen standpunten. Barbara en Susan maken gebruik van het principe van de omgekeerde psychologie. Onze opdracht is de stellingen te verdedigen waar we het niet mee eens zijn. Zit je in de huid van iemand met hele andere opvattingen dan moet je namelijk goed nadenken over diens argumenten. Zo ervaar je dat de wereld groter is dan alleen het hebben van gelijk of ongelijk.