Novilo Blog #4: Crack a few eggs!
In de tijd dat ik verrijkingsklassen gaf in mijn praktijk, kwam er op een ochtend één van mijn leerlingen naar mij toe. Ze vroeg: “Meneer Jeroen waarom is dit antwoord fout gerekend?” Het ging om een rekenopdracht uit een rekenmethode groep 5.
Het duurt 8 minuten om een ei hard te koken. Hoe lang duurt het om 5 eieren hard te koken? De bedenker van de vraag had 4 mogelijkheden genoteerd, waaruit kon worden gekozen. Eén antwoord maar goed natuurlijk ;)…
- 10 minuten.
- 25 minuten.
- 40 minuten.
- Het goede antwoord staat er niet bij.
Vooral die laatste kan ik mij uit mijn schoolperiode herinneren als een veroorzaker van veel tijdverlies tijdens maken van opdrachten of toetsen. Zo fijn om te bedenken waarom ze allemaal wel of juist niet kunnen. Of de ene wel en de andere niet. Er ontstonden interessante gesprekken van voor- en tegenstanders in mijn hoofd.
Uit de vraag van het meisje haalde ik dat door haar groepsleerkracht geen aandacht was besteed aan het waarom van haar keuze. “O interessant, vertel eens hoe kom je aan dit antwoord?” (zie vorig blog). Ik heb haar toen deze vraag gesteld.
Vanuit de associatieve denker gezien….
Lees de opdracht eens mee door de bril van een kind dat divergent/ associatief denkt en hoog in haar opslagcapaciteit van informatie zit.
- 10 minuten. “Voor 5 eieren heb je een grotere pan nodig met meer water daarin. Het duurt langer voor dit water aan de kook is (voor veel kinderen begint bij eieren koken de tijd te lopen zodra de warmtebron onder de pan aangaat). 5 eieren betekent 5 keer meer massa dan 1 ei. Zo zou het verschil in tijd van 2 minuten (vanuit de analyseren, evalueren en creëren) kunnen worden verklaard.”
- 25 minuten. Het kan maar dan zijn alle eieren wel heel hard of stuk gekookt.
- 40 minuten. Wie kookt er nu één voor één de eieren?
- 8 minuten. Het maakt geen verschil in tijd of je 1 of 5 eieren kookt. Even lang dus en die staat er niet bij.
B en C vielen direct af, waarbij C nog wel kan maar dat moest wel een heel dom iemand zijn…
Van A en D vond ze D toch de meest voor de hand liggende. A was wel heel ver uitgedacht.
Uit dit korte gesprekje haalde ik veel informatie. Het gaf mij bijvoorbeeld:
- zicht op verder nadenken over de leerstof en uit diverse, in groep 5 niet gangbare, kennis als massa weten te putten,
- zicht op vanuit “hogere” denkordes van Bloom de opdracht benaderen,
- bevestiging dat de opdracht en antwoorden goed zijn gelezen en overdacht.
- zicht op redenatie vanuit analyseren, evalueren en creëren.
- aanknopingspunten voor vervolgopdrachten.
- en zo nog meer…
Door een leerling niet de genoemde vraag te stellen, ontneem ik mezelf een moment om een completer beeld te krijgen van het functioneren van de leerling.
Alleen afgaand op het antwoord, lukt dit niet. In dit geval was het “juiste” antwoord C. Ik schat in dat de bedenker van deze vraag, aangezien het over de tafels ging, er een leuke draai aan wilde geven. Een dergelijke twist kan kinderen prikkelen tot nadenken. De vraag zoals gesteld, vind ik een mooie voor de open discussie welk antwoord je plausibel acht.. Heerlijk zo als dan de denkordes analyseren, evalueren en creëren worden aangesproken!
Ruimte voor observatie en procesevaluatie
Helaas leiden woorden, waar overbodig, bij een aantal kinderen regelmatig tot verwarring. Het is belangrijk om vanuit in je klassenmanagement ruimte te vinden voor observatie en procesevaluatie om bijvoorbeeld na een instructie en verlengde instructie een check te kunnen laten plaatsvinden op gedachtegangen. Fijn is dan op voorhand te weten welke kinderen in je groep een voorkeur hebben om analyserend, evaluerend de opdracht aan te pakken.. Je kunt dan tijdens het werken deze aanpak en het proces bespreken en waar nodig interveniëren. Om dit goed in beeld te krijgen, is wel nodig ruimte te vinden voor observatie en kindgesprekken, want met grotendeels harde data uit productevaluatie krijgen we dit beeld niet helder…
Er zullen dus wat eitjes moeten worden getikt waaronder bijvoorbeeld:
- ontwikkelen naar onbewust bekwaam beheersen van signalen aanpak en denkwijzen leerlingen,
- onbewust bekwaam bekwaam van vaardigheden kindgesprekken, waaronder doorvragen,
- interventies kunnen toepassen om leerling vanuit aanpak “hogere” denkordes, waar nodig te helpen naar aanpak vanuit “lagere” denkordes.
- Ruimte creëren in klassenmanagement voor dit proces,
- Accepteren dat dit net als piano leren spelen voor jou een proces is en dus tijd vraagt.
- Je een keuze moet maken welk eitje voor jou prioriteit heeft.
Crack a few eggs to make an omelette (passende aanpak). Welk ei tik jij? Succes!
Jeroen van Liempt
Wil je meer weten over het uitdagen van hoogbegaafde leerlingen? Bekijk dan deze interessante videoreeks over verrijkingsmateriaal.