Trotse moeder!
De periode van de Citotoets is alweer achter de rug. Toch spannend. Mijn zoon vindt er weinig spannends aan. Eigenlijk vindt hij dit vooral heel erg makkelijk. En saai, want ze krijgen veel te veel tijd van de juf en zitten dus lang te wachten. En stil zitten, dat is nu bepaald geen specialiteit van zijn klas. ‘De regulieren hebben zoveel tijd nodig, maar wij niet’, legt een klasgenootje uit. De regulieren, dat zijn de kinderen van de ‘gewone’ groepen 8. Wij, dat zijn in dit geval de kinderen van groep 8 van de Leonardoschool, allemaal met een IQ van 130 en hoger.
Door Merel Olden. Merel schrijft regelmatig over verschillende onderwerpen die te maken hebben met hoogbegaafdheid maar ook over haar werk in de zorg en haar zus met een verstandelijke beperking.
Eigenlijk is het alleen maar spannend wie 550 zullen scoren, dat begrijp ik. Want dat vinden ze dan toch wel weer stoer. Zo’n verhaal als dit, ik schrijf het nu zomaar op. Doodeng. Want ik kan vooraf geen inschatting maken of degene die het gaat lezen me nu niet zo’n opschepperig en arrogante moeder zal vinden die zo nodig moet laten weten hoe slim haar kind wel niet is. Die haar zoon vast de hele tijd pusht om te schaken en moeilijke boeken te lezen en hem op zijn derde al een scheikundeset en een cursus Chinees voor zijn verjaardag heeft gegeven.
Praten over je hoogbegaafde kind, het is toch net zo iets als vertellen dat je homo bent. Je tast toch even af wie je tegenover je hebt, hoeveel vooroordelen er leven, voor je besluit óf en hoeveel openheid van zaken je geeft. En per keer bekijk je hoe je het verhaal zult brengen zonder dat het ‘verkeerd’ wordt opgevat.
Bizar toch… Mijn zus heeft een IQ dat nooit boven de 65 uit is gekomen en met de week lager wordt en ik werk al meer dan twintig jaar met hart en ziel met mensen met een verstandelijke beperking. Ik hoef dus helemaal niet uit te leggen dat ik mensen niet meer of minder waard vind vanwege hun verstandelijke vermogens, maar liever kijk naar hun karakter, passie en inzet. Dat ik er trots op ben als iemand in staat is het beste uit zichzelf te halen. Dat geldt voor mijn cliënten, maar ook voor mijn zoon. Ik ben trots op hem als hij bij de twintig beste tennissers van zijn leeftijd van Limburg hoort. Dat zetten mijn man en ik allebei zonder terughoudendheid op Facebook, want dat vat niemand op als opschepperij. Dat oogst (terecht) veel enthousiasme en bewondering.
Maar doen we dat ook als hij straks echt 550 bij de Cito scoort? Ik heb besloten dat ik dat gewoon ga doen, want dat is net zo goed een topprestatie waar ik als moeder hartstikke trots op zal zijn. Openlijk!