Wat kun je doen om een leerling te motiveren?
Wat gebeurt er nu in het hoofd van een kind, of elk mens eigenlijk, als er ongewenst gedrag wordt vertoond? Je kan het bekijken als een weegschaal, waarbij de ene kant van de weegschaal wordt gevuld met motivaties die ongewenst gedrag naar voren brengen en de andere kant van de weegschaal wordt gevuld met motivaties die gewenst gedrag naar voren doen komen.
Zowel ongewenst als gewenst gedrag is een beweging van pijn weg, en naar plezier toe. Het is duidelijk wat er gebeurt wanneer ongewenst gedrag weinig pijn en veel plezier oplevert, terwijl gewenst gedrag juist veel pijn oplevert en weinig plezier. Dan wordt er gekozen voor ongewenst gedrag.
Het is dus zaak om te zorgen dat er minder wordt voldaan aan de behoefte van het kind bij negatief gedrag en meer wordt voldaan aan de behoefte van het kind bij positief gedrag, om zo de weegschaal te doen doorslaan naar de positieve kant.
Stap 1.
Schrijf alle gevolgen op, zowel positief als negatief van het ongewenste gedrag. Neem bijvoorbeeld een kind in de klas die bij een opdracht gaat huilen en zijn werk niet maakt. Dit maakt het natuurlijk geen slecht kind, maar het is een vorm van ongewenst gedrag. Iets wat je liever anders zou zien.
De negatieve gevolgen zijn er niet zo veel. Ok, het kind voelt zich niet prettig, maar aan de positieve kant is het zo dat hij zijn werk niet hoeft af te maken, 10 minuten de volle aandacht heeft van de juf en dat hij extra begeleiding krijgt. Ook thuis wordt er wat extra aandacht aan hem gegeven met een kopje thee of iets dergelijks. Hier zie je duidelijk dat er veel meer positieve gevolgen komen van het ongewenste gedrag dan negatieve.
Stap 2.
Nu kijken we naar de gevolgen van gewenst gedrag, als dit kind de opdracht zou maken. Dan bestaat er de kans dat hij daar een onvoldoende voor krijgt. De juf zal niet blij zijn, en misschien moet hij dan wel nog meer opdrachten gaan doen. Zijn ouders zullen het niet leuk vinden en dat hij hoogbegaafd is gelooft ook niemand meer als hij niet eens een opdracht goed kan maken. Met al deze gevolgen bij gewenst gedrag zie je dat de kans erg klein is dat het kind dit gedrag zal gaan vertonen.
Stap 3.
Kijk naar de 2 hoofdbehoeften van het kind. Welke zijn dit? Groei en bijdragen zullen nog niet of nauwelijks voorkomen. Over het algemeen kan je stellen dat kinderen twee van de eerste vier hoofddoelen zullen hebben (liefde/verbinding, Zekerheid, Ertoe doen en Variatie). Wanneer een kind behoefte heeft aan variatie en een beetje meer spanning, dan helpt het niet om dit kind alleen met zijn tafeltje tegen een muur aan te zetten, zodat hij minder afgeleid wordt. Dit werkt dan juist averechts.
Stap 4.
Nu is het zaak om te zorgen dat de positieve gevolgen van het ongewenste gedrag worden weggenomen of verminderen. In het voorbeeld houdt dit in dat het kind wanneer hij zijn werk niet maakt juist minder aandacht krijgt.
Stap 5.
Net zo belangrijk is het om te zorgen dat gewenst gedrag wordt gekoppeld aan positieve gevolgen. Het kind moet inzien dat wanneer hij zijn werk af heeft gemaakt hij in de behoeften wordt voorzien, die op hem van toepassing zijn.
Stap 6.
Houd hierbij goed de successpiraal in gedachten. Je kan niet van een kind verlangen dat moeite heeft met 10 minuten zelfstandig werken, dat het ineens 2 uur kan werken. Begin met kleine realistische stapjes voorwaarts tot je het punt hebt bereikt waar je het kind graag wilt hebben.
Tot slot komt hier ook het 2 sporen beleid weer kijken. Ben duidelijk in je regels en consequenties en wat betreft de warme begeleiding is het in dit voorbeeld natuurlijk wel zo dat wanneer je een kind geen aandacht geeft wanneer het ongewenst gedrag laat zien, je op een ander tijdstip het kind wel goed begeleidt om verder te komen.
Ben je verder geïnteresseerd in hoe een leerling te motiveren?
Klik hier voor informatie over onze workshop ‘Motivatie in het onderwijs’